Het raadsel van de metromoord

Dit is deel 5 in een serie legendes van Parijs.

Zondag 16 mei 1937, half zeven ´s avonds. Laetitia Toureaux, een jonge fabrieksarbeidster, stapt in de metro aan de Porte de Charenton, het eindstation van lijn 8. Een minuut later stappen bij het volgende station, Porte Dorée, zes passagiers in. De jonge vrouw is alleen in het treinstel. Onder haar witte hoed is haar gezicht niet zichtbaar. Ze lijkt te slapen…

Porte de Charenton

Porte de Charenton

Terwijl de metro verder rijdt, ligt haar lichaam plotseling in een plas bloed op de grond. Een mes staat rechtop in haar nek. De steek is met zo veel kracht toegebracht dat het lemmet, dat er tot aan het heft in zit, het ruggenmerg in tweeën heeft gespleten. Laetitia Toureaux leeft dan nog, maar overlijdt in de ambulance die haar naar het ziekenhuis Saint Antoine brengt.

Op die zestiende mei 1937 vindt dus de eerste moord in de Parijse metro plaats, sterker, de moord zal ook nog eens lange tijd onopgelost en onverklaarbaar blijven! De moordenaar is totaal onzichtbaar gebleven: de moord kan alleen maar zijn gepleegd tussen de twee metrostations in, en op dat traject moet de moordenaar het treinstel hebben verlaten. Deze ‘perfecte misdaad’ vraagt om heel wat getuigenverhoren.

Er is interesse in de duistere persoonlijkheid van Laetitia Toureaux. Ze was een voorbeeldig fabrieksarbeidster, maar bleek voor anderen een medewerkster [hoer] van de geheime dienst. Ze was op haar werkplek een spionne van de baas, werkte ook voor een detectivebureau dat moest infiltreren in de Italiaanse onderwereld, en ze had nauwe banden met La Cagoule, een rechts-extremistische organisatie.

Ging het om een afrekening? Heel Frankrijk was een tijd lang geobsedeerd door dit mysterie dat jarenlang ononthuld bleef.

En dan, 25 jaar later, een onverwachte wending: de politie ontvangt in juni 1962 een brief van een arts uit Perpignan die zegt de moordenaar te zijn van de mooie Laetitia, en daarbij een mogelijk scenario schetst en een nieuw motief geeft: jaloezie… De bekentenis komt nogal laat en is anoniem. De man beweert van het ene treinstel in het andere gestapt te zijn met een zogenaamde ‘brandweersleutel’, een soort loper, gebruik makend van het lawaai van de opengaande deuren van het treinstel om in en uit de wagon van Laetitia te komen.

Dit schreef de moordenaar van Laetitia Toureaux in juni 1962.

Meneer de commissaris,
Ik weet niet of deze brief u bereikt. Misschien wordt hij al snel in de prullenmand gegooid als het werk van een gek, en misschien is dat ook maar beter. Zonder twijfel herinnert u zich nog de moord op Laetita Toureaux bij de Porte de Charenton, in de metro, op 16 mei 1937. Ik ben de moordenaar van Laetitia Toureaux…

Metro-Laetitia-Toureaux-1937

De metromoord

Lees ook de andere Parijse legendes: deel 1 over de bloeddorstige banketbakker, deel 2 over het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille en deel 4 over Le Lapin Agile.

5 thoughts on “Het raadsel van de metromoord

  1. […] 5. Het raadsel van de metromoord […]

  2. […] 2 over het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille, deel 4 over Le Lapin Agile en deel 5 over de […]

  3. […] 2 over het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille, deel 4 over Le Lapin Agile, deel 5 over de metromoord en deel 6 over een krokodil in het […]

  4. […] het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille, deel 4 over Le Lapin Agile, deel 5 over de metromoord, deel 6 over een krokodil in het riool en deel 7 over de spookstations van de […]

  5. […] 2 over het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille, deel 4 over Le Lapin Agile, deel 5 over de metromoord, deel 6 over een krokodil in het riool, deel 7 over de spookstations van de […]

Reacties zijn gesloten.