Jeugdliefde

Frans leren
Aan mijn schoolrapporten is te zien dat ik toen al beter was in taal dan in de exacte vakken. Vooral Engels en Frans gingen goed, en hoewel de leraren niet altijd even inspirerend waren, vond ik het de leukste vakken. Voor een schoolmeisje als ik waren de chansons van Barbara en Brel nog iets te hoog gegrepen, maar op een dag kwam er een zanger voorbij die het leven een beetje makkelijker en veel leuker maakte: Gérard Lenorman. Ik ploos zijn teksten uit en woorden die ik in de boeken niet kon vinden (‘internet’ was al helemaal nog niet bekend) nam ik mee naar school, ervan overtuigd dat meneer De Groot er wel raad mee wist. Meneer De Groot was geen monsieur Le Grand en wist dan ook niet overal een antwoord op. Zo associeerde hij het prachtige woord ‘funambule’ – de titel van een van Gérards liedjes – met een begrafenis (funerailles), terwijl ik later ontdekte dat het om een koorddanser ging. Ik bleef me dus storten op de teksten van Gérard en ging steeds meer van zijn liedjes houden, en van hem.

Verliefd op de liefde
In die tijd was ik vaak verliefd en kon een warme glimlach van elke bruinogige knul met donkere krullen mij danig in vervoering brengen. En Gérard had zo’n glimlach, hij had de bruine ogen, én de donkere krullen. Bovendien had hij een fijne stem vol emotie en kon hij het leven prachtig onder woorden brengen. En in het Frans. Ik was dus verkocht.

Ik zocht in de Popfoto, Muziek Express en zelfs de Belgische Joepie naar alles wat er over hem werd gepubliceerd, en na zijn eerste hit in Nederland, La ballade des gens heureux, werd dat alleen maar meer. Toen mijn plakboeken steeds voller werden, ging ik eens kijken of ik lid kon worden van een fanclub. Tot mijn verbazing bleek die er niet te zijn. Ik was ook toen al snel enthousiast te krijgen voor allerlei nieuwe projecten en dacht: “Ik richt hem zelf op.” Maar waar begin je?

Een telefoontje naar platenmaatschappij CBS bracht me in contact met een aantal verwarde gesprekspartners. Tja, kon dat zo maar? Was er niet al een fanclub in Frankrijk? Ze bleven met vragen achter, maar zouden me terugbellen. CBS ontdekte dat er ook in Gérards eigen land geen fanclub was, omdat hij dat zelf niet wilde. Ik zag mijn wens in rook opgaan, maar ik kreeg het telefoonnummer van zijn kantoor in Parijs en mocht zelf gaan lobbyen voor een Nederlandse club. In mijn allerbeste maar allerzenuwachtigste Frans vroeg ik permissie bij de secretaresse, die me beloofde dat ze het Gérard persoonlijk zou vragen. Niet lang daarna had ik toestemming. Het avontuur kon beginnen!

Gehaast idool
Het werd mijn eerste journalistieke ervaring. Ik moest leden werven, een blaadje maken, informatie verzamelen, en eventueel vertalen uit het Frans (ja, toen al!). Ik meldde me aan bij dezelfde blaadjes waarin ik altijd naar nieuwtjes zocht en kreeg een kleine advertentie in o.a. Popfoto en Joepie, maar ook in bladen als Story en Libelle. En de reacties volgden snel. In korte tijd had ik een groepje van zo’n vijftien leden (waaronder slechts één man) en organiseerde ik bij mij thuis de eerste fanclubdag. Wat fijn om zo veel lotgenoten te ontmoeten. En wat fijn dat mijn moeder (zoals vaak) de perfecte gastvrouw was!

Het was een heerlijke tijd. We kwamen af en toe bij elkaar. Ik kreeg de concertagenda van zijn secretaresse toegestuurd en de harde kern van de club ging zo veel mogelijk naar zijn concerten, waar we natuurlijk altijd hoopten op een momentje backstage en een ontmoeting met ons idool. Dat gebeurde ook, maar Gérard had altijd haast en het bleef vaak bij een handtekening en ‘une bise’; voor een echt gesprek met de clubleiding had hij nooit tijd. Een keer, in 1980, na zijn optreden in een show van Richard Clayderman (van Ballade pour Adéline, wie kent het nog?) die in Amsterdam werd opgenomen, nam hij even de tijd om wat met ons te babbelen en op de foto te gaan. Wat een ervaring!

1980 aug Cora en Gerard2

Volwassen worden
Ja, hij was mijn jeugdidool en ik was af en toe misschien een beetje hysterisch, maar ik leerde hem, door alles wat ik over hem te weten kwam, ook echt beter kennen. De liefde van een tienermeisje voor haar idool leek langzaam een soort (eenzijdige, dat wel) vriendschap op afstand te worden. Tot ik een andere Fransman ontmoette.

Mijn tweede (!) grote liefde stond achter de bar van een Parijs hotel waar ik een weekje verbleef. Met hem trouwde ik, en we hadden besloten dat ik naar de stad van de liefde zou komen om met hem een echt Frans leven te gaan delen. Dat veranderde natuurlijk ook mijn ‘relatie’ met Gérard en met de fanclub. Intussen had ik iemand gevonden die de club samen met mij runde en zij wilde het boeltje wel overnemen als ik naar Frankrijk vertrok. We spraken af dat ik de ‘correspondent in Frankrijk’ zou worden, daar op zoek zou gaan naar roddels en nieuwtjes en die eventueel ook, zo goed en zo kwaad als dat toen ging, zou vertalen. Echter, na enige tijd kreeg ik van haar het ‘vriendelijke’ verzoek om mijn contributie te betalen en heb ik, boos en verontwaardigd, het contact met de fanclub verbroken.

Ik ging nog een paar keer op 9 februari naar Gérards kantoor in de Rue de Bassano om een verjaardagsbloemetje te brengen en even met secretaresse Élisabeth te kletsen, maar ik leefde verder mijn soms drukke, dan weer rustige Franse leven. Gérard was er nog wel, regelmatig te zien op de Franse televisie bij shows van Patrick Sébastien of Michel Drucker, maar hij speelde in mijn leven geen hoofdrol meer. Hij ebde nog verder weg toen ik na mijn scheiding terugkeerde naar Nederland en ik van de verdeelde boedel niet veel meer overhield dan de lp’s met zijn liedjes. En toen de pick-up verdween, kwamen die ergens op zolder terecht, samen met de herinneringen.

Op de radio
Vorige week maandag, midden in een redactievergadering van het krantje waarvoor ik nu af en toe artikelen schrijf, werd ik gebeld door omroep Max. Gérard Lenorman kwam naar Nederland om zijn eenmalige concert van 17 november te promoten. Hij zou optreden in de Tineke (de Nooij) Show en ‘of ik daarbij wilde zijn’. Dat was even schrikken… Ik had het druk met mijn vertaalwerk en zat erg dicht bij een deadline, maar dat moest wijken. Desnoods ‘s nachts doorwerken. Ik ging! Of ik hem ook echt te spreken zou krijgen wist ik niet. Er werd me niet veel verteld.

Kort voor ik de volgende dag op het punt stond de trein te nemen, belde de redactie van Max om te zeggen dat de plannen waren gewijzigd. Opnieuw schrikken… Was ik dolblij gemaakt met een dode mus? Hij zou niet langer optreden bij de Tineke Show. Het nieuwe plan: later die middag zou hij voor een ander radioprogramma worden geïnterviewd en voorafgaand konden ze misschien wel een ontmoeting regelen. De spanning steeg, de hartkloppingen stegen mee.

Onderweg naar Hilversum werd ik in de trein opnieuw gebeld door omroep Max. Een redactrice van de Tineke Show vroeg me of de presentatrice mij wat vragen mocht stellen over wat ik met Gérard Lenorman had. “Blijf je even aan de lijn? Ik verbind je door met Tineke.” Een paar seconden later hoorde ik Tineke een plaat van Rob de Nijs afkondigen… Verrek! Ik was gewoon live in de uitzending… Ik vertelde op de radio mijn verhaal over hoe ik met Gérard Frans leerde, over de fanclub en over de komende ontmoeting; zonder hapering.

Hereniging
Na een gastvrije ontvangst met een kop koffie en een lunch startten we, twee even nerveuze redactrices en ik, de zoektocht naar Gérard. We vonden hem in een kleedkamer met feloranje muren en ‘kunstwerken’ met afbeeldingen van geluidsapparatuur. Vanaf de gang hoorde ik hem praten en gek genoeg werd ik niet nog zenuwachtiger, maar maakte zijn vertrouwde hese stem mij iets rustiger. Ik had de avond ervoor natuurlijk wakker gelegen en een gesprek steeds opnieuw door mijn hoofd laten gaan, wetend dat dat zinloos was. Maar wat als ik nu ineens niet meer weet hoe ik Frans moet spreken? Wat als ik een black-out krijg? Ik liep de ruimte in. We keken elkaar aan.
Weet je nog wie ik ben?” vroeg ik in correct Frans, precies zoals ik het geoefend had.
Mijn gezicht kwam hem bekend voor. “Ik heb een goed geheugen voor gezichten.”
We zoenden elkaar op de wangen en ik omhelsde hem stevig. Later vroeg ik me af of dit niet te vrijpostig was geweest, maar pech, dit was wat ik voelde. De hernieuwde ontmoeting met een dierbare vriend…
Toen ik vertelde over de fanclub, herinnerde hij zich hoe we met de hele club om hem heen stonden.
Mijn moeder was er ook bij,” zei ik, ook om dit later aan haar te kunnen vertellen; zo was ze er ook nu weer een beetje bij.
Hij wist het nog. Er is nu geen fanclub meer, Gérard vindt het niet meer van deze tijd. Via Facebook en andere sociale media blijven fans voldoende op de hoogte.
Even haalden we herinneringen op aan die tijd, en het overige half uur spraken we over gezond blijven, over honden en andere banale dingen waar oude vrienden samen over praten.

IMG_8785_Fotor-crop

Het spook van de Opera

Dit is deel 2 in een serie legendes van Parijs

Wie was nu echt het spook van de Opera?
De Opéra toen en nu

De Parijse Opéra toen en nu

Dankzij de musical van Andrew Lloyd Webber kennen we allemaal het verhaal van het spook van de Opéra Garnier (naar het boek van Gaston Leroux). Maar wat is de oorsprong van deze Parijse legende? En wie is dat beroemde spook? Loge nummer 5 is er nog steeds…

Het begint met een brand

Op 28 oktober 1873 zou een jonge pianist zijn gezicht hebben verbrand in de brand van het conservatorium aan de rue Le Peletier. Zijn verloofde, een ballerina, is daarbij om het leven gekomen. Hij is ontroostbaar en zoekt zijn toevlucht in de onderaardse gewelven van de Opéra Garnier, toen nog in aanbouw.
De man, Ernest, verblijft in het Palais Garnier tot aan zijn dood. Hij zou vlakbij het meertje gewoond hebben dat onder de Opera lag en diende als watervoorraad bij brand. Zijn laatste dagen wijdde hij aan de kunst en het voltooien van zijn levenswerk: een loflied op de liefde en de dood. Hij stierf in het souterrain. Zijn lijk is nooit teruggevonden en men denkt dat hij is aangezien voor een van de lijken van de communards.

Het juiste kadaver

In 1910 neemt het verhaal een andere wending. De schrijver Gaston Leroux laat zich door de legende inspireren en schrijft zijn beroemde roman Het spook van de Opera. In het voorwoord schrijft hij: ”We weten nog dat laatst, terwijl we in het souterrain van de Opera aan het graven waren om de grammofoonplaten met de stemmen van artiesten daar te begraven, de houweel van een van de arbeiders een kadaver blootlegde. Onmiddellijk had ik ook het bewijs dat dit het skelet van het Spook van de Opera was! Ik heb het eigenhandig laten toetsen bij de beheerder en het kan me niets schelen dat de kranten vertellen dat daar een slachtoffer van de commune is gevonden.”

fantome

Vreemde voorvallen

Dan gaat het verhaal de hele wereld rond. In zijn roman heeft Leroux het over een mysterieuze bewoner van het souterrain van het Palais Garnier. Maar hij heeft het verhaal niet verzonnen en heeft zich laten inspireren door onverklaarbare gebeurtenissen die men toeschreef aan de pianist Ernest.
Op 20 mei 1896, zo staat in de annalen van het Palais Garnier, komt tijdens een voorstelling van Faust van Gounod de grote kroonluchter in de zaal naar beneden en vindt een toeschouwer daarbij de dood. Volgens het verhaal zat deze toeschouwer op stoel nummer 13.

Het spook wordt verliefd

Vervolgens zou door een aantal vreemde verschijnselen de aanwezigheid van het spook steeds aannemelijker worden: een technicus sterft door ophanging, wat zelfmoord had kunnen zijn, ware het niet dat er geen touw was! Niet lang daarna wordt een danseres dood gevonden na een val van een balkon.
Maar nog gekker is dat een jonge sopraan, Christine Daaé, beweert het spook van de Opera ontmoet te hebben. Hij wordt verliefd op haar en geeft haar zangles door zich voor te doen als de Engel van de muziek. De platonische liefde van het spook weerhoudt de jonge vrouw ervan, uit angst, verliefd te worden op de burggraaf van Chagny.

Loge nummer 5
fantome1half

Loge nr. 5

De laatste bizarre anekdote: de toenmalige directie werd benaderd door iemand die 20.000 francs per maand eiste samen met de reservering van loge nummer 5… (die loge is nog altijd te vinden in de huidige Opera!)

 

 

Lees hier deel 1 over de bloeddorstige banketbakker.

FWB: vrienden met voordelen

Ik geef toe dat ik er tot voor kort nog nooit van had gehoord, maar de ‘vriendschap met voordelen’ – in het Engels Friends With Benefits genoemd – schijnt steeds populairder te worden. Hoe komt dat? Is het een relatie of een vriendschap? En het klinkt wel goed, maar wat zijn die voordelen nou precies? En zijn er ook nadelen? Ik was nieuwsgierig en heb wat onderzoek gedaan.

Liefde

Bij de, complexe, romantische liefde komen volgens de psychologie twee ontwikkelpatronen kijken: a) waardering – positieve beoordeling van persoonlijke eigenschappen, en b) aantrekkingskracht – de uiterlijke kenmerken. Bij het eerste patroon is vriendschap de basis, bij het tweede een seksuele relatie. Bij romantische liefde worden de twee op een intieme manier gecombineerd. Daarbij gaat het om het intens om elkaar geven en jezelf aan elkaar verbinden voor een, hopelijk, langdurige relatie.

FWB super(H)echte vriendschap

Vriendschap is ook geen vluchtige relatie; niet al onze kennissen worden ook vrienden. Bij vriendschap gaat het meestal ook om een langere periode en om een diepere verbinding, net als bij liefde. Maar bij een vriendschap is er minder intimiteit dan bij een romantische liefde.

Vriendschap+

Behalve een seksuele verhouding, vriendschap en romantische liefde is er nog een andere mogelijkheid: een soort ‘vriendschap Plus’ of zoals de Amerikanen het noemen: ‘Friends With Benefits‘ (FWB), een vriend met een voordeel. Zo’n relatie vind je vaak bij twintigers, maar het komt ook bij andere leeftijdsgroepen voor.

FWB – seks met diepgang

Bij een ‘vriendschap met voordelen’ zijn de vriendschap en de voordelen niet per se exclusief en gaat het vaak om seks met wat meer ‘diepgang’. De band en toewijding zijn minder diep dan bij een romantische liefde, maar dieper dan bij alleen seks. Vaak zijn de partners eerst vrienden of geliefden geweest voordat ze FWB worden, maar een vriendschap met voordelen kan ook ontstaan vanuit een fijne one night stand (liefje voor één nacht). Seks tussen vrienden met voordelen is een terugkerend iets en heeft meer intimiteit dan een one night stand, maar de seks is niet die van een romantische liefde.

Wel de lusten, niet de lasten

Zo’n relatie heeft dus de voordelen van een goede vriendschap met seksueel genot, maar zonder het emotionele ‘gedoe’ en de verplichtingen die bij een romantische liefde horen. De nadelen zijn dat er een aantal dingen van de romantische liefde ontbreken, vooral de continue en diepe band met elkaar. De partner in een vriendschap met voordelen is niet altijd de belangrijkste in het leven van de ander.

Bindingsangst

Een van de redenen voor het aangaan van een vriendschap met voordelen is de angst om een verbintenis aan te gaan, want de grenzen zijn dan niet duidelijk afgebakend; het is behoorlijk vrijblijvend. De (quasi) afwezigheid van verplichtingen kan leiden tot minder passie en intimiteit. De wens om overal een graantje van mee te pikken, komt de voordelen vaak niet ten goede. En een belangrijk aspect van vriendschap, dat vaak juist ontbreekt bij een vriendschap met voordelen, is openheid. Ook al lijkt het of je overal met elkaar over kunt praten, het vrijblijvende seksuele aspect voorkomt nu juist dat je open bent over je belangrijkste seksuele relatie.
FWB kiss

Tijdelijk en voorwaardelijk

Hoewel er aan zo’n relatie ogenschijnlijk geen verplichtingen vast zitten, willen de partners toch graag voelen dat ze op een of andere manier bijzonder zijn voor elkaar. Daarom zijn er soms toch voorwaarden aan verbonden. Bovendien kan het vervelend zijn om meerdere FWB’s te hebben die elkaar kennen. Mensen willen niet altijd alles van elkaar weten. Een FWB is niet De Ware Jacob, maar kan in sommige situaties gewoon (even) de juiste persoon zijn. Het tijdelijke aspect van een vriendschap met voordelen is nogal complex. Het is in ieder geval langduriger dan een one night stand en meestal, maar niet altijd, korter dan echte vriendschap. De band van een vriendschap met voordelen is tijdelijk en voorwaardelijk; een van de partners (of beide) wil geen diepere relatie, al dan iet in afwachting van een andere (‘ware’) partner.

Toch naar meer?

Als de band goed is, kan het zijn dat hij uitgroeit tot een romance. Als slechts een van de twee verliefd wordt op de ander, dan is er een probleem. Hij of zij zal de gestelde vriendschapsgrenzen overschrijden en zich gaan gedragen als een geliefde. Als het niet wederzijds is, kan dat pijnlijk en zelfs destructief zijn. Maar het ‘upgraden’ van een vriendschap met voordelen betekent hoe dan ook juist afzien van die voordelen en maakt in feite een eind aan juist die vrijblijvendheid waar je van hield en waarvoor je koos. Daarom is een vriendschap met voordelen vaak heel mooi in theorie, maar pakt die in de praktijk vaak heel anders uit.

 

 

Filmtips:

Friends with benefits, een Amerikaanse romcom met o.a. Justin Timberlake in de hoofdrol.

When Harry met Sally gaat vooral over de vraag of mannen en vrouwen vrienden kunnen zijn zonder seks te hebben (met de beroemde scene waarin Meg Ryan een orgasme faket); een van mijn favoriete romcoms.

(Bron o.a. Psychology Today)

Waar is kussen eigenlijk goed voor?

Kauwen en kussen

Er wordt veel gekust in Nederland. Maar kussen is niet iets wat alle culturen doen. Zelfs vandaag de dag zijn er culturen die er niet aan meedoen. Dat zou kunnen betekenen dat het niet aangeboren of intuïtief is, zoals wij vaak denken. Misschien is kussen aangeleerd gedrag, ontstaan vanuit het ‘kusvoeden’, waarbij moeders hun kinderen te eten geven met voorgekauwd voedsel via de mond. Er zijn moderne inheemse volken waar kusvoeden plaatsvindt, maar waar niet sociaal wordt gekust. Kussen kan ook een cultureel bepaalde vorm van verzorging zijn of, wat de erotische kus (tongzoen) betreft, een uitbeelding van, vervanging voor of aanvulling op de seksuele daad zelf.

Dieren kussen ook

Wat het ook is, kusgedrag is niet alleen typisch menselijk. Primaten zoals de Bonobo’s kussen elkaar regelmatig, honden en katten likken en besnuffelen elkaar, en zelfs slakken en insecten maken contact met hun voelsprieten. Misschien is het geen kussen, maar verzorgen, besnuffelen of communiceren. Maar dit gedrag versterkt in ieder geval het onderling vertrouwen en schept een emotionele band.

Toulouse-Lautrec De Kus

De kus – Henri de Toulouse-Lautrec

Wie zoende het eerst?

Vedische teksten uit het oude India lijken het kussen al te vermelden en de Kama Sutra, die vermoedelijk teruggaat tot de tweede eeuw, wijdt een volledig hoofdstuk aan allerlei vormen van kussen. Er zijn antropologen die denken dat de Grieken het erotisch kussen leerden van de Indiërs, nadat Alexander de Grote India was binnengevallen in 326 BC. Maar het gaat mogelijk nog verder terug. In Homerus, uit de negende eeuw voor Christus, drukt Koning Priamus een memorabele kus op de hand van Achilles om hem te smeken om het lichaam van zijn zoon.

De kus in de Bijbel

Herodotus vermeldt in zijn verhalen, uit de vijfde eeuw, het kussen onder de Perzen, die mannen van gelijke stand begroetten met een kus op de mond en die van een iets lagere stand met een kus op de wang. Hij vermeld ook dat de Egyptenaren weigerden de Grieken op de mond te kussen, omdat de Grieken koeienvlees aten en de koe heilig was voor de Egyptenaren. De kus komt ook voor in het Oude Testament. Vermomd als Esau kust Jacob de blinde Isaac en ‘steelt’ daarmee de zegen van zijn broer. In het Hooglied, dat een eerbetoon is aan de seksuele liefde, smeekt een van de geliefden: “Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn.”

Kussen voor analfabeten

In de tijd van de Romeinen werd het kussen wat meer gemeengoed. De Romeinen kusten hun geliefden, familieleden en vrienden, en ook hun heersers. Ze onderscheidden een kus op de hand of de wang (osculum) van een kus op de lippen (basium) en een innige of gepassioneerde kus (savolium). Romeinse dichters als Ovidius en Catullus brachten o.a.een ode aan de kus. De Romeinse kus had zowel een sociaal, politiek als seksueel nut. In een tijdperk met veel analfabetisme, werd de kus ook gebruikt om een overeenkomst te sluiten; daar komen de Engelse uitdrukking “to seal with a kiss” en de “X” onder op de stippellijn vandaan. De sociale status van een Romeins burger bepaalde op welk lichaamsdeel hij of zij de keizer mocht kussen, de wang of de voet. En men trouwde door elkaar te kussen voor een groot gezelschap, iets wat nog steeds gebeurt.

De kus als sociale status

Gewoonten veranderden met de val van het Romeinse Rijk en de opkomst van het christendom. De eerste christenen begroetten elkaar vaak met een ‘heilige kus’, die werd geassocieerd met de overdracht van de geest. Buiten de Kerk werd de kus gebruikt om sociale rangen en standen onderling te versterken; vazallen en onderdanen kusten bijvoorbeeld de mantel van hun koning of de ring of muiltjes van de paus.

1319206294_897

Romeo, Julia en vampiers

Na de val van Rome leek de romantische kus zo’n 1000 jaar lang van het toneel verdwenen, om aan het eind van de elfde eeuw weer op te duiken met de hoofse liefde. De kus van Romeo en Julia is symbolisch voor deze cultus, die als doel had de hofmakerij weg te halen bij het gezag van familie en gemeenschap en eer te betonen aan de romantische liefde, met al zijn vrijheid, zelfbeschikking en mogelijk ontwrichtende kracht. Het lot van de onfortuinlijke geliefden herinnert ons eraan dat een dergelijke vrijheid niet zonder risico is, en het is goed mogelijk dat vampirisme is ontstaan uit het beeld van de gevaren – voor de gezondheid, de sociale rangorde, de reputatie en het geluk – van het kussen van de verkeerde persoon.

(Bron: Psychology Today)

Je passie of gewoon een leuke baan?

Het woord ‘passie’ is een beetje uitgekauwd, het is gedevalueerd omdat het te pas en te onpas wordt gebruikt. Passie is ‘hartstochtelijke liefde voor iets of iemand.’ De passie is ook het lijdensverhaal van Christus. Het woord passie is dan ook ontleend (via het Franse passion) aan het Latijnse passio wat ‘lijden, foltering; ziekte; gemoedsaandoening, sentiment’, betekent. Passie hebben voor iets of iemand is er dus zo veel van houden dat het lijden of pijn veroorzaakt. Heel heftig, dus pas op met het gebruik van het woord ‘passie’.

Baan of bedrijf

Ik houd van mijn werk en hecht aan mijn vrijheid als zelfstandig ondernemer. Ik predik dan ook graag het ondernemerschap, maar besef ook goed dat er voldoende mensen zijn die heel gelukkig zijn in loondienst. Die leuk werk hebben, maar het bijvoorbeeld ook prettig vinden om na half zes de knop om te zetten en zich te wijden aan gezin, vrienden of een hobby (al dan niet met passie).

Prestatiedrang

nine-to-five-job-concept-9019795

Dit weekend stond er een goed stuk in het NRC Handelsblad geschreven door Anouk Eigenraam en Bart Cosijn. Die laatste mocht ik eens ontmoeten bij een debat over ondernemerschap waar ik aan deelnam en dat hij leidde. Bart en Anouk vragen zich af wat er mis is met de gewone kostwinner. En waarom alles met ‘passie’ moet en er zo veel gepresteerd moet worden.

Pas op de plaats

What ever happened to even op één plaats blijven? Soms heb je meer tijd nodig om te kunnen doorgronden wat de waarde of betekenis van een werkplek of leefomgeving is. Sommige mensen kiezen er om die reden voor langere tijd bij één werkgever te zitten, uit loyaliteit of omdat het economische zekerheid geeft. Maar zijn zij daarmee slechte managers van hun carrière?”

“…(En) wat als je geen ultieme droom hebt? Wat als je niet 24/7 bezig bent met je passie? Het mantra in onze samenleving lijkt te zijn veranderd van ‘je moet gelukkig worden’ in ‘je moet je passie najagen’.”

“Laten we alsjeblieft niet vergeten dat we in een samenleving naast entrepreneurs, uitvinders en innovators ook gewoon mensen nodig hebben die niet voortdurend hemelbestormend bezig zijn. Als iedereen bezig is de volgende president van Amerika te worden, wie haalt dan de kinderen van school?”

Voor wie doe je het?

De auteurs vragen zich af “waarom we steeds anders, uitdagender, echter, beter, mooier, interessanter willen zijn en voor wie we dat doen. Voor onszelf of voor de bühne?”

Er moet tegenwoordig zo veel gepresteerd worden en er is een soort ‘dwang’ om gelukkig en succesvol te zijn. Ik hoop niet dat we hier de Amerikaanse ‘goeroes’ gaan aanhangen. ‘Saai’ en ‘gewoon’ zijn ook goed.

Lang leve Saai.

passie