Dit is deel 6 in een serie legendes van Parijs.
De rioolruimers van Parijs zijn gewend aan ratten in de riolering van de stad. Maar in 1984 hebben brandweermannen (de pompiers doen in Frankrijk bijna alle ‘eerste hulp’) een ontmoeting met een heel andere diersoort.
Ter hoogte van de Pont Neuf ligt een krokodil van bijna een meter lengte hen op te wachten, verstopt in het donker. Nadat ze het beest gevangen hebben, melden deskundigen dat het om een nijlkrokodil gaat. Niemand weet hoe die daar is terechtgekomen. Maar wat zeker is, is dat Eleanore (zoals de krokodil genoemd werd) niet meer door de riolering van Parijs wandelt. Zij is na haar Parijs avontuur naar Vannes (Bretagne) gebracht, waar zij, nu drie meter lang, in alle rust haar dagen slijt.
Een nijlkrokodil kan ongeveer 100 jaar worden. Als de pompiers Eleanore toen niet hadden gevonden, kroop de krokodil nu waarschijnlijk nog steeds door het riool van de stad. Dit waargebeurde verhaal van de Parijse rioolkrokodil is een van de stadslegendes die te vinden zijn in de tentoonstelling van Le Manoir de Paris. Een teken dat het in het collectieve geheugen van de Parijzenaars staat gegrift.
Lees ook de andere Parijse legendes: deel 1 over de bloeddorstige banketbakker, deel 2 over het Spook van de Opera, deel 3 over de Engel van de Bastille, deel 4 over Le Lapin Agile en deel 5 over de metromoord.