Dit is deel 3 in een serie legendes van Parijs.
‘Non Serviam’ – “Ik zal niet dienen!”
Een paar woorden waren voor God genoeg om een aantal van zijn mooiste wezens in het verderf te storten. Lucifer, de drager van het Licht en een gevallen Engel, nam een derde van de engelen mee in zijn opstand tegen God. Voor hem werd de hel gemaakt. De rest is bekend…
De Colonne de Juillet, de zuil op de Place de la Bastille, werd opgericht tussen 1833 et 1840. Bovenop torent de Génie de La Liberté (zinnebeeld der vrijheid), gemaakt door de beeldhouwer Auguste Dumont. Het is een merkwaardig eerbetoon van Lodewijk Filips aan de opstandelingen die drie jaar eerder Karel X en de absolute monarchie ten val brachten.
Lucifer is weer opgestaan. Geen enkel detail ontbreekt: met een fakkel in de hand, verbreekt de Engel zijn ketenen en stort zich op nieuwe veroveringen. Onder zijn indrukwekkende voetstuk bevindt zich een crypte met daarin zo’n 500 overblijfselen van de strijders uit 1830, maar ook een door Napoleon meegebrachte Egyptische mummie.
Tijden de Commune van Parijs in 1870 wilden de Communards, nadat ze die op de place Vendôme hadden neergehaald, de aanval inzetten op de zuil van Place de la Bastille… zonder succes. Noch het installeren van ondergrondse explosieven, noch het afschieten van een dertigtal granaten vanaf de Buttes Chaumont was toereikend. De vlam van de drager van het Licht weigerde uit te gaan…
Lees hier deel 1 over de bloeddorstige banketbakker of deel 2 over het Spook van de Opera.