Het woord ‘passie’ is een beetje uitgekauwd, het is gedevalueerd omdat het te pas en te onpas wordt gebruikt. Passie is ‘hartstochtelijke liefde voor iets of iemand.’ De passie is ook het lijdensverhaal van Christus. Het woord passie is dan ook ontleend (via het Franse passion) aan het Latijnse passio wat ‘lijden, foltering; ziekte; gemoedsaandoening, sentiment’, betekent. Passie hebben voor iets of iemand is er dus zo veel van houden dat het lijden of pijn veroorzaakt. Heel heftig, dus pas op met het gebruik van het woord ‘passie’.
Baan of bedrijf
Ik houd van mijn werk en hecht aan mijn vrijheid als zelfstandig ondernemer. Ik predik dan ook graag het ondernemerschap, maar besef ook goed dat er voldoende mensen zijn die heel gelukkig zijn in loondienst. Die leuk werk hebben, maar het bijvoorbeeld ook prettig vinden om na half zes de knop om te zetten en zich te wijden aan gezin, vrienden of een hobby (al dan niet met passie).
Prestatiedrang
Dit weekend stond er een goed stuk in het NRC Handelsblad geschreven door Anouk Eigenraam en Bart Cosijn. Die laatste mocht ik eens ontmoeten bij een debat over ondernemerschap waar ik aan deelnam en dat hij leidde. Bart en Anouk vragen zich af wat er mis is met de gewone kostwinner. En waarom alles met ‘passie’ moet en er zo veel gepresteerd moet worden.
Pas op de plaats
“What ever happened to even op één plaats blijven? Soms heb je meer tijd nodig om te kunnen doorgronden wat de waarde of betekenis van een werkplek of leefomgeving is. Sommige mensen kiezen er om die reden voor langere tijd bij één werkgever te zitten, uit loyaliteit of omdat het economische zekerheid geeft. Maar zijn zij daarmee slechte managers van hun carrière?”
“…(En) wat als je geen ultieme droom hebt? Wat als je niet 24/7 bezig bent met je passie? Het mantra in onze samenleving lijkt te zijn veranderd van ‘je moet gelukkig worden’ in ‘je moet je passie najagen’.”
“Laten we alsjeblieft niet vergeten dat we in een samenleving naast entrepreneurs, uitvinders en innovators ook gewoon mensen nodig hebben die niet voortdurend hemelbestormend bezig zijn. Als iedereen bezig is de volgende president van Amerika te worden, wie haalt dan de kinderen van school?”
Voor wie doe je het?
De auteurs vragen zich af “waarom we steeds anders, uitdagender, echter, beter, mooier, interessanter willen zijn en voor wie we dat doen. Voor onszelf of voor de bühne?”
Er moet tegenwoordig zo veel gepresteerd worden en er is een soort ‘dwang’ om gelukkig en succesvol te zijn. Ik hoop niet dat we hier de Amerikaanse ‘goeroes’ gaan aanhangen. ‘Saai’ en ‘gewoon’ zijn ook goed.
Lang leve Saai.